Golf van vervolging begon in Utrecht
Tussen 1730 en 1732 zijn in Nederland ruim 300 mensen wegens sodomie aangeklaagd van wie er ten minste 75 het met de dood moesten bekopen. Niet eerder werden er in ons land of daarbuiten zoveel sodomieten opgepakt en ter dood gebracht. Honderden anderen werden verbannen of sloegen op de vlucht en moesten voor de rest van hun leven onder een andere naam een nieuw – vaak benard – bestaan leiden.
18e eeuw – Sodomie – Barend Blomsaet en 17 andere mannen werden in Utrecht veroordeeld en gewurgd. Hun daden verzwegen.
Deze tekst op de in 1999 geplaatste gedenksteen op het Utrechtse Domplein herinnert ons aan deze heksenjacht.
Sodomie
De term sodomie stamt uit de Bijbel, het verhaal over Lot en de verwoesting van Sodom en Gomorra in Genesis 18-19. Hierin roepen de mannen van Sodom tegen Lot over mannen die bij hem te gast zijn: ‘Waer zijn die mannen, die dese nacht tot u gekomen zijn? Brengtse uyt tot ons, op dat wijse bekennen.‘ (in hedendaags Nederlands: ‘Waar zijn die mannen die bij je overnachten? (…) we willen ze nemen!’) In engere zin werd met sodomie anaal seksueel verkeer bedoeld tussen man en vrouw, man en man of man en dier. Onder invloed van de Katholieke Kerk evolueerde het begrip tot alle seksuele handelingen die niet op de voortplanting waren gericht. Vervolgd werden vooral mannen die seks hadden met mannen, maar dit lot trof ook vrouwen die hielden van vrouwen.
Koster van de Domtoren
De heksenjacht begon met een verklaring van de koster van de Domtoren, Josua Wilts, op 12 januari 1730. Hij verklaarde tegenover de rechtbank dat hij en zijn kinderen zo’n half jaar eerder kalkdrager Gilles van Baden en barbier Willem Luyten hadden betrapt in de Michaëlskapel in de Domtoren. Zij hadden het liefdesspel van de mannen bekeken door het hijsluik in de erboven gelegen kosterswoning. Vervolgens had Wilts de mannen beschoten, maar die bleven op hun plek en bedreigden Wilts met messen alvorens te vertrekken. Diens verklaring was waarschijnlijk een poging om zijn eigen huid te redden omdat hij door overmatig drankgebruik in een verbeterhuis terecht dreigde te komen.
Lolhuizen en cruysbanen
Deze ‘onnoemelijke’ zonde bleek niet het enige geval te zijn en de Domtoren bleek niet de enige plaats te zijn waar mannen de liefde bedreven. Met de arrestatie van Gilles van Baden was – zo vond de rechtbank – ‘den draad van een kluwen van deze Goddeloosheid’ ontdekt. De rechtbankverslagen schetsen een beeld van een netwerk van sodomieten die elkaar troffen in herbergen ofwel lolhuizen. In Utrecht werden genoemd: lolhuis ‘De levendige dood‘ ergens in de buurt van het huidige Centraal Station, lolhuis ‘Kasteel van Vredenburg‘ achter het huidige stadhuis en het lolhuis van Hendrick Coopman buiten de Tolsteegpoort. Bij Coopman ontmoeten mannen elkaar en werden ‘slappe dingen styf gemaakt’ op een ‘apart Camertie voor manvolck’. Buiten de lolhuizen troffen mannen elkaar op ‘cruysbanen‘ in de openlucht, zoals in het Pandhof naast de Domkerk en op de vestingen van de stad. Sodomieten noemden elkaar soms ‘cosijn’, ‘neef’ of ‘nicht’. Het bestaan van een eigen taal, cultuur en netwerken beschouwen verschillende onderzoekers als de eerste sporen van zoiets als een moderne ‘homo-identiteit’.
Tribadie
Over vrouwelijke sodomieten uit begin achttiende eeuw is weinig bekend. Beschrijvingen van een eeuw eerder schetsen een beeld van vrouwen die als man door het leven gingen om te kunnen samenleven met een vrouw. De beroemdste was de Amsterdamse Hendrikje van der Schuur. Nicolaas Tulp (uit Rembrandts Anatomische Les) beschreef haar niet als ‘sodomiet’ maar als ‘tribade’ (afgeleid van het Griekse ‘tribein’, dat ‘wrijven’ betekent; de handeling werd ‘tribadie’ genoemd). Haar geliefde, Trijntje Barends, vertelde de rechter in 1641 dat Hendrikje een hartstochtelijk vrouw was die soms wel drie maal ‘s nachts seksueel contact met haar had. Hendrikje werd veroordeeld tot geseling en verbanning uit de stad.
Heksenjacht
Na de arrestatie van Van Baden en Luyten volgde een heksenjacht op sodomieten die twee jaar duurde. In Utrecht werden achttien mannen veroordeeld tot de doodstraf en gewurgd. De verdachten – zoals wijnhandelaar Barend Blomsaet en soldaat Zacharias Wilsma – gaven tijdens martelingen steeds weer nieuwe namen prijs. Daarmee werd een netwerk van sodomieten blootgelegd. Zo verspreidde het vuurtje zich eerst over de Republiek der Verenigde Nederlanden en later tot ver in Europa.
Evert van der Veen
Prent uit juli 1730 die laat zien hoe slecht het met sodomieten afloopt.
Zes scènes: 1 Samenkomst van sodomieten; 2 Verlaten van vrouw en kinderen; 3 Aanhouding; 4 In de gevangenis; 5 Opgehangen en verbrand; 6 Voor het stadhuis in Amsterdam in een vat verdronken.
‘De geregtigheid verheerelykt door het ontdekken (en straffen) der hooggaande zonde’
Twee figuren, de Tijd en de Hemelse Wrake lichten het gordijn op waarachter zich sodomieten verschuilen. rechts zien we de zonden als vastgebonden vrouwen en op de achtergrond Sodom dat vernietigd wordt door hemels vuur. Deze illustratie uit 1730 hoort bij een lang gedicht met dezelfde strekking.
Frederik Adriaan baron van Reede, heer van Renswoude (1659-1738) geschilderd door Adriaen van Heusden in 1685
Frederik was een aanzienlijke Utrechte edelman en regent. Zowel in Den Haag als Utrecht stond hij bekend als sodomiet en zijn naam werd tijdens de processen vaak genoemd, maar hij werd niet vervolgd.
Lied over de sodomietenvervolging
Kees van den Berg en Ingeborg Hornsveld 1730 In de schaduw van de Dom (3.36 min.)
Bronnen
L.J. Boon, ‘Dien godlosen hoop van menschen.’ Vervolging van homoseksuelen in de Republiek in de jaren dertig van de achttiende eeuw. Bezorgd door I. Schöffer (Amsterdam 1997).
Theo van der Meer, De wesentlijke sonde van sodomie en andere vuyligheeden, sodomietenvervolgingen in Amsterdam 1730-1811. (Amsterdam 1984).
Theo van der Meer, Sodoms zaad in Nederland. Het ontstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd (Nijmegen 1995).
D.J. Noordam, Riskante relaties. Vijf eeuwen homoseksualiteit in Nederland, 1233-1733. (Hilversum, 1995).
Illustraties
Prent uit juli 1730 die laat zien hoe slecht het met sodomieten afloopt. Zes scènes: 1 Samenkomst van sodomieten; 2 Verlaten van vrouw en kinderen; 3 Aanhouding; 4 In de gevangenis; 5 Opgehangen en verbrand; 6 Voor het stadhuis in Amsterdam in een vat verdronken. – Bron: Gleich und Anders, Ed. Robert Aldrich ISBN 3-938017-81-3.
Gedenksteen voor de sodomietenvervolging, geplaatst in 1999 op het Utrechtse Domplein voor het WO II monument.
‘De geregtigheid verheerelykt door het ontdekken (en straffen) der hooggaande zonde’. Twee figuren, de Tijd en de Hemelse Wrake lichten het gordijn op waarachter zich sodomieten verschuilen. rechts zien we de zonden als vastgebonden vrouwen en op de achtergrond Sodom dat vernietigd wordt door hemels vuur. Deze illustratie uit 1730 hoort bij een lang gedicht met dezelfde strekking. – Bron: Gleich und Anders, Ed. Robert Aldrich 3-938017-81-3 | Anonymous
Frederik Adriaan baron van Reede, heer van Renswoude (1659-1738). Frederik was een aanzienlijke Utrechte edelman en regent. Zowel in Den Haag als Utrecht stond hij bekend als sodomiet en zijn naam werd tijdens de processen vaak genoemd, maar hij werd niet vervolgd. – Geschilderd door Adriaen van Heusden in 1685, in bezit van Fundatie van Renswoude, Utrecht
Ronde foto boven: Verbranding van twee sodomieten, ridder Richard von Puller Hohenburg en barbier Anton Maetzler, Zürich 1482 (Zentralbibliothek Zürich).