De roze driehoek
Homoseksuelen golden als staatsvijanden voor Adolf Hitler en zijn Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterspartei (NSDAP). Sinds 1871 stond in het Duitse Wetboek van Strafrecht al paragraaf 175, die homoseksueel contact tussen mannen bestrafte met maximaal vijf jaar gevangenis. Desondanks bestond tijdens de Weimar-republiek (1918-1933) in steden als Berlijn een bloeiende homocultuur. In 1933, toen de Nazi’s in Duitsland aan de macht kwamen, was die relatieve vrijheid voorbij.
Anti-homomaatregelen Nazi’s
De Nazi’s namen tal van maatregelen om homoseksuelen uit de samenleving te bannen. Zo werd de Gestapo in 1934 uitgebreid met een speciale afdeling voor de opsporing en vervolging van homoseksuelen, ook van mannen die hun verlangen niet in de praktijk brachten. In 1935 werd de straf op homoseksueel contact in paragraaf 175 verdubbeld naar tien jaar. Mannen die een tweede veroordeling kregen, werden naar concentratiekampen gedeporteerd. Daar kregen zij een roze driehoek als merkteken van homoseksualiteit.
Nederland
In mei 1940 veroverden de Nazi’s Nederland. Het hoofdkwartier van de Nationaal-Socialistische Beweging kwam in Utrecht, aan Maliebaan 35. NSDAP’er Arthur Seyss Inquart werd aangesteld als Rijkscommissaris over de bezette Nederlandse gebieden. In de zomer van 1940 voerde hij verordening 81/40 in, ‘zur Bekämpfung der widernatürlichen Unzucht’.
Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht kende sinds 1911 al artikel 248bis, waardoor seksuele contacten van volwassen mannen en vrouwen met minderjarigen van hetzelfde geslacht verboden waren. De verordening van 1940 verruimde de mogelijkheden tot vervolging. Via 81/40 bestrafte de Duitse bezetter voortaan ook homoseksuele contacten tussen volwassen mannen. Minderjarige partners in homoseksueel contact liepen nu eveneens kans op een gevangenisstraf.
Na de bevrijding in mei 1945 verdween verordening 81/40, maar werd artikel 248bis opnieuw geldig – tot de afschaffing in 1971.
Veroordelingen
In Nazi-Duitsland werden zo’n honderdduizend mannen gearresteerd op grond van homoseksualiteit. Circa de helft werd veroordeeld, ongeveer 15.000 homoseksuelen stierven in concentratiekampen. Er is niets bekend over de gevolgen van verordening 81/40 voor homoseksuelen in Utrecht. In heel Nederland lijkt het aantal veroordelingen tussen 1940 en 1945 echter te zijn gestagneerd. Er zijn voor en direct na de oorlog meer homoseksuelen veroordeeld op grond van 248bis dan tijdens de bezetting.
Begin jaren tachtig becijferde de Amsterdamse historicus Pieter Koenders in zijn scriptie dat er in heel Nederland ten minste 138 homomannen zijn veroordeeld via verordening 81/40. In zijn bij Homostudies aan de Universiteit Utrecht voorbereide proefschrift (1996) schatte Koenders het totale aantal vervolgde homomannen op enkele honderden, omdat niet alle gevallen in justitie-bronnen terug zijn te vinden. Dan gaat het bijvoorbeeld om zaken die zijn geseponeerd, door een rechter in Duitsland zijn afgehandeld, of zaken van homomannen die op andere gronden zijn veroordeeld – zoals ‘asocialiteit’.
Een derde van de 138 veroordelingen tijdens de bezetting, kwamen voor rechters in Den Haag. In 2009 deed Anna Tijsseling promotieonderzoek naar homoseksuele zedendelicten in de Hofstad. Ook zij concludeerde dat homoseksuelen na de oorlog vaker werden veroordeeld dan tijdens de bezetting. In 1949 bereikte het aantal vervolgingen in homoseksuele zedenzaken met bijna 250 zaken een historische piek.
Geen homocaust
Deze conclusies staan haaks op het beeld van een ‘homocaust’, dat met name in de jaren 1970 en 1980 is uitgedragen door de homobeweging. De roze driehoek werd toen het symbool van verzet tegen de discriminatie van homo’s en lesbo’s, in heden en verleden. Belangenorganisaties als COC eisten erkenning van homoseksualiteit als grond voor compensatie van oorlogsleed via de in 1973 ingevoerde Wet Uitkering Vervolgingsslachtoffers. In 1986 was het zover, maar er is slechts één homoseksueel vervolgingsslachtoffer erkend: de Groninger Tiemon Hofman (1925-1997). De Utrechtse homostudieswetenschapper Judith Schuyf publiceerde zijn biografie.
Marijke Huisman
Literatuur
‘De roze driehoek’, With Pride (IHLIA), https://withpride.ihlia.nl/de-roze-driehoek/
Marian van der Klein & Theo van der Meer, ‘Gevangen in slachtofferschap. Homoseksualiteit en de Tweede Wereldoorlog’, De Gids 170 (2007) 74-83.
Pieter Koenders, Homoseksualiteit in bezet Nederland. Verzwegen hoofdstuk (Amsterdam: SUA, 1983)
Pieter Koenders, Tussen christelijk réveil en seksuele revolutie. Bestrijding van zedeloosheid in Nederland, met nadruk op de repressie van homoseksualiteit (Amsterdam: Stichting Beheer IISG, 1996)
Judith Schuyf, Levenslang. Tiemon Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier (Amsterdam: Schorer Boeken, 2003)
Anna Tijsseling, Schuldige seks. Homoseksuele zedendelicten rondom de Duitse bezettingstijd (Proefschrift Universiteit Utrecht, 2009)
Illustraties
Hoofdkwartier NSB aan de Maliebaan 35. Netwerk Oorlogsbronnen / Wikimedia Commons, https://nl.wikipedia.org/wiki/Maliebaan_35#/media/Bestand:Hoofdkwartier_NSB_op_de_Maliebaan.jpg
Kennzeichen für Schutzhäftlinge in den Konz.-Lagern (Merktekens voor gevangenen in Duitse concentratiekampen). De roze driehoek was voor homoseksuelen en andere zedendelinquenten, zoals pedofielen en verkrachters. Bundesarchiv, Bild 146-1993-051-07 / CC-BY-SA 3.0, https://nl.wikipedia.org/wiki/Merktekens_in_Duitse_concentratiekampen#/media/Bestand:Bundesarchiv_Bild_146-1993-051-07,_Tafel_mit_KZ-Kennzeichen_(Winkel)_retouched.jpg
Cartoon van ReinArt voor COC Deventer, 2017
Ronde foto boven: homoseksuele gevangenen in concentratiekamp Sachsenhausen. Dit beeld is vaak gebruikt bij de ‘homocaust’ in de jaren 80 en 90. Bron: https://www.oorlogsbronnen.nl/thema/Sachsenhausen