Groep Christelijke lesbo’s en homo’s
Begin 1974 werd in Utrecht de werkgroep voorlichting kerken opgericht door enkele mensen uit de algemene werkgroep voorlichting van het COC Utrecht en uit Contactgroepen voor homofielen (de latere Kringen). Het werd een officiële werkgroep van beide. Het doel werd omschreven als ‘opiniewijziging bewerkstelligen ten aanzien van homofilie bij verschillende kerken’. De werkgroep bestond ruim 13 jaar.
Het eerste jaar werd vooral besteed aan interne training en kennisuitwisseling met ondersteuning van Ben van der Wilt, jarenlang actief bij de landelijke COC-trainingen van voorlichters. Zo leerden de leden zoeken naar het waarom van bepaalde vragen, en die soms met een tegenvraag te beantwoorden. Leden wisselden literatuurinformatie uit met als basis het rapport Over mensen die homofiel zijn van de synode van de Gereformeerde kerken uit 1972. De werkgroep bestond in het begin bijna alleen uit vrouwen. Dat was voor die tijd heel uitzonderlijk want de meeste zichtbare ‘homoseksuelen’ waren toen nog mannen.
Eind 1974 zocht de werkgroep contact met diverse Utrechtse en Amersfoortse kerkelijke groepen zoals afdelingen van de Nederlandse Christen Vrouwen Bond (NCVB), het Katholiek Vrouwengilde en jongerengroepen.
Contacten met de kerken
De voorbereiding van een voorlichtingsbijeenkomst volgde een vast stramien. Twee leden van de werkgroep hadden een voorgesprek met bestuursleden of groepsleiders van een organisatie of groep, probeerden daarvan een indruk te krijgen en stelden vervolgens een informatieprogramma voor.
De inleiding bestond meestal uit drie onderdelen: een feitenrelaas (5 % van de bevolking is homo, lesbisch of biseksueel, enz.) gevolgd door twee persoonlijke verhalen: van een man en van een vrouw.
Als het om een kleine groep ging, dan gingen twee of drie werkgroepleden daarheen, bij grotere groepen alle leden van de werkgroep. Die gingen verspreid tussen de leden van de voor te lichten groep zitten, zodat die in de pauze makkelijk met elkaar in gesprek konden raken. In de pauze werd ook voorlichtingsmateriaal bekeken en uitgedeeld.
In de stad Utrecht heeft de werkgroep vijf keer een ‘thema-avond’ georganiseerd steeds voor alle leden van de kerkenraden en de parochiebesturen binnen een bepaald deel van de stad. Dat gebeurde in samenwerking met de pastores van de betreffende kerken die gevraagd werden om de uitnodiging voor de thema-avond aan te bevelen in hun kerkenraad of bestuur.
Die avonden hadden soms een verrassend verloop. In Utrecht-Noordoost nam een dominee het woord die de homoseksuele leefwijze veroordeelde aan de hand van enkele Bijbelteksten. Hierop kwam een reactie van een progressieve Rooms-Katholieke priester van de voormalige Biltstraatkerk die het helemaal niet met hem eens was.
Eerste ervaringen in de klas
In 1977 gaven twee leden van de werkgroep, Hellen de Wit en Gea Zijlstra, voorlichting aan een klas van het Utrechtse Christelijk Gymnasium. In XL, het COC-magazine van februari-maart 2002 verscheen 25 jaar later een kort verslag van de leraar van die klas: ‘De toon in de klas was toen: we zullen die flikkers eens een lesje leren. Toen stapten twee hele lieve meisjes het lokaal binnen. De boel stond op zijn kop. Twee jongens gooiden een tafel ondersteboven en liepen kwaad de klas uit. Ouders belden mij boos op omdat ik reclame voor homo’s maakte.’
Afgezien van dat curieuze begin vonden de vrouwen het wel een zinvolle bijeenkomst. Later vernamen ze van deze leraar waardoor het in het begin zo mis was gegaan: een groepje jongens uit die klas had van tevoren een plan bedacht om de bezoekende homo’s belachelijk te maken. Maar … er stapten dus twee lesbo’s naar binnen! Toen viel hun plan helemaal in duigen! Tja, homoseksualiteit werd in die tijd vooral nog gezien als iets van jongens of mannen!
Tegen vooroordelen
De werkgroep schaftte al spoedig het gebruik van de term ‘homofilie’ af, omdat deze versluierend werkt en sommige mensen ertoe bracht de seksuele kant van een relatie weg te denken: ‘Kun je niet gewoon bevriend zijn, zonder seks?’ Die vraag was vooral tot vrouwen gericht, die – zeker in die tijd – vaak nauwelijks als seksuele wezens werden gezien. Over één onderwerp weigerde de groep bij een voorlichtingsbijeenkomst te discussiëren: mogelijke oorzaken van homoseksualiteit; ze hadden het toch ook niet over mogelijke oorzaken van heteroseksualiteit? En als de mogelijkheid werd genoemd om van homoseksualiteit te genezen, was hun reactie: ‘waarom vraagt u daar naar? (Nee, wij hoeven geen genezing, we voelen ons prima.)’
Soms kwam er na zo’n voorlichtingsbijeenkomst nog een vervolggesprek met een kerkenraad tot stand. Een dominee beriep zich daarin op het scheppingsverhaal: in een huwelijk kunnen kinderen geboren worden, daarom kan een relatie tussen twee mannen of twee vrouwen nooit van dezelfde orde zijn. Hij werd tot de orde geroepen door een vrouw die daar ouderling was: ‘Maar dominee, u hebt geen kinderen, en ik ook niet – zijn onze huwelijken dan tweederangs?’
De werkgroepleden stelden op een voorlichtingsbijeenkomst nooit zelf teksten uit de Bijbel aan de orde, maar gingen wel in op vragen daarnaar. Ze wilden primair vooroordelen bestrijden en kregen soms de indruk dat er Bijbelteksten ingezet werden om burgerlijke vooroordelen te verhullen.
Einde van de werkgroep
Eind jaren 80 hief de werkgroep zichzelf op. Eerder waren al enkele leden gestopt en waren er anderen toegetreden zoals Geertje Mak die het coördinatorschap overnam van Gea Zijlstra. Enkele leden werden landelijk actief binnen het COC, bijvoorbeeld in de in 1984 opgerichte ‘werkgroep potten en theologie’ waaraan ook verschillende lesbische theologen, theologiestudenten en nog enkele in theologie geïnteresseerde lesbo’s deelnamen. Daar werden de termen ‘pot’ en ‘flikker’ nooit als een scheldwoord, maar als een geuzennaam gezien.
Gea Zijlstra
Bronnen
Gea Zijlstra, ‘Voorlichting in de jaren ‘70’, Vroom&Vrolijk 7:6 (1996) 6-7
Over mensen die homofiel zijn; rapport aan de Generale Synode van Dordrecht 1971/1972
Illustraties
Detail uit een rapport uit 1973 met artikelen over homofilie en kerk.
Groepsfoto Werkgroep Voorlichting Kerken, 22 september 1977: van links naar rechts, achterste rij: Alp Buitelaar, Astrid Sakkers, Chienus Schokker en Nel Aleman, Voorste rij: Truus Hortensius, Gea Zijlstra, Hellen de Wit en Joke Stroes.
Ronde foto boven: Bible moralisée (1220s); Manuscript (Codex Vindobonensis 2554); Österreichische Nationalbibliothek, Vienna, Wikimedia Commons.