‘De tragiek van een mensenleven’
Een Utrechtse homoroman uit 1963
Met de groeiende openheid over homoseksualiteit in de jaren zestig nam ook het aantal Nederlandse en vertaalde romans en verhalen toe waarin homoseksuele mannen een hoofd- of bijrol spelen. Een bijzonder voorbeeld is de Utrechtse ‘realistische roman’ Mannen die ‘anders’ zijn uit 1963. Opmerkelijk is hoe auteur Jan Brandts het jaren zestig decor van Utrecht heeft gebruikt om het verhaal zo werkelijkheidsgetrouw mogelijk te maken.
Vanaf de jaren zestig is er niet alleen sprake van een forse groei van homoliteratuur, ook de toonzetting verandert sterk van karakter. In de oudere Nederlandse en buitenlandse literatuur loopt het met de homoseksuele personages bijna altijd slecht af na een leven van verstoppertje spelen, eenzaamheid, moeizame relaties, schuld- en schaamtegevoelens, afwijzing door familie en vrienden, suïcidale gedachten, noem het hele scala aan levensellende maar op. Na 1960 zien we een veel breder en rijker spectrum aan verhalen waarin homoseksuele gevoelens en daden een rol spelen.
Experimenten
Vanaf zijn brievenroman Op weg naar het einde (1963) presenteerde Gerard van het Reve homoseksualiteit als een vanzelfsprekendheid waar je niet al te moeilijk over hoeft te doen. De enige die hem daarin in ons land voorging – al in 1904! – was Jacob Israël de Haan met zijn opzienbarende, schandaal verwekkende roman Pijpelijntjes.
Naast Van het Reve namen in de jaren zestig ook andere schrijvers afscheid van opvattingen over homoseksualiteit als ziekte, afwijking, perversie en zonde. Jonge auteurs als Ewout Vanvugt (Darwin en gezellen, 1964), Hans Plomp (De ondertrouw. Een somber herenboek, 1968), Adriaan Venema (Van een bloedrode manchet en een kooikershondje, 1969), Astère Michel Dhondt (God in Vlaanderen, 1965; Zeven geestige knaapjes, 1966), Carla Walschap (De Eskimo en de roos, 1964) en Andreas Burnier (Een tevreden lach, 1965; Het jongensuur 1969) beschrijven – al of niet autobiografisch – leeftijdgenoten die op zoek zijn naar hun seksuele en genderidentiteit en die gebruik maken van de grotere experimenteerruimte die de jaren zestig boden.
Triviaalliteratuur
Tegenover deze romans met literaire pretenties stonden boeken ‘uit het homoleven gegrepen’ waarin de auteurs in een recht-toe-recht-aan-stijl de subcultuur en allerlei, vaak autobiografische seksuele avontuurtjes beschrijven en die vermengen met meestal weinig optimistische bespiegelingen over de maatschappelijke positie van de homoseksueel. Te noemen zijn Herman, de liefde van een homofiel (1969) en Een homofiel wordt geslagen (1970) van Utrechtenaar Harry Thomas, Mijn vrienden. De martelgang van een homofiel (1969) door Willem de Vuyst en Zij kregen niet eens een nummer (1969) van de hand van de Vlaamse homoactivist Robert van Maroey.
In De Nichten (1965) en De Nichten 2 (1966) verhaalt Paul Monty, pseudoniem van Timo Hofman over zijn ontmoetingen als steward op passagiersboten en in de havens die hij overal ter wereld aandeed. Niet autiobiografisch is zijn derde boek Zo waren zij geschapen (1966), een dramatische soap tot welke categorie we ook de Utrechtse roman Mannen die ‘anders’ zijn van Jan Brandts kunnen rekenen.
Passend bij de jaren zestig is dat Brandts als hoofdpersoon een jongen koos die rebelleert tegen een generatie voor wie alles in het leven moet verlopen zoals het altijd is gegaan. Zijn ouders verwachten dat zoon Michel hun kruidenierszaak in de Lange Nieuwstraat over zal nemen, een keurig meisje zal trouwen en voor nageslacht zal zorgen. Michel weet echter niet wat hij met meisjes aan moet en fantaseert nog vaak over de kostschoolseks uit zijn jeugdjaren. Hij verlangt ernaar net als de nozems een strakke spijkerbroek, een loshangend shirt en nauwsluitende slipjes te dragen. Maar dat zou zijn moeder nooit goedvinden. Haar dominante, bemoeizuchtige en liefdeloze karakter tegenover een passieve en slappe vaderfiguur past helemaal in een toen populair psychologisch verklaringsmodel voor mannelijke homoseksualiteit. Met zo’n moeder zou een jongen angst voor vrouwen ontwikkelen en zich daarom op de eigen sekse richten.
Café De Trechter
Bijzonder in Mannen die ‘anders’ zijn is dat precies verteld wordt via welke routes Michel zich door de Utrechtse binnenstad verplaatst en dat het café De Trechter waar de ommekeer in zijn leven begint gebaseerd is op het café met vrijwel dezelfde naam (‘De Tregter’) op dezelfde locatie aan de Oudegracht 148 (nu pizzeria Ciao Tutti). De Tregter bestond van 1961 tot 1972. Voor de alternatieve Utrechtse jeugd was dat the place to be, aldus Ton van den Berg in Verdwenen horeca in Utrecht:
‘De Tregter werd hét café voor de hippe jeugd en doorbrak allerlei taboes. De gordijnen bleven open, er stond een portier voor de deur (…), de tosti werd er geïntroduceerd, er mocht geblowd worden, er werden condooms verkocht, er waren cocktails en er stond een zwarte man achter de bar: Jimmy Lucky (…) De Tregter was ook het eerste café waar jonge vrouwen zonder begeleiding kwamen (…) zwarte soldaten [Amerikanen van vliegbasis Soesterberg] mochten gewoon naar binnen, wat toen nog niet overal kon in Utrecht.’
In De Trechter ontmoet Michel zo’n meisje alleen, de vrijgevochten en drugs dealende Marion die hem een andere wereld in trekt en eerder dan Michel zelf door heeft dat hij van de mannenliefde is. Wat volgt is een verhaal vol dramatische ontwikkelingen. Michel krijgt een relatie met de rijke, getrouwde zakenman Charles Brummelkamp die hem een leidinggevende functie in zijn bedrijf geeft waarop de werknemer aan wie die functie eerst toegezegd was Brummelkamp chanteert wat uiteindelijk tot diens zelfmoord leidt. Michel overleeft uiteindelijk alle tragedies maar wel in het besef dat hij altijd ‘een outcast, een radicaal uitgestotene’ zal blijven.
Verwarrend pseudoniem
Mannen die ‘anders’ zijn heeft als ondertitel Oorspronkelijke realistische roman. ‘Oorspronkelijk’ betekent hier ‘niet vertaald’ en ‘realistisch’ staat voor iets als ‘de rauwe werkelijkheid beschrijvend in een directe stijl zonder literaire aspiraties’. Voor de goede verstaander betekende ‘realistisch’ ook wel ‘erotisch’ of ‘pornografisch’ en zulke romans kocht je niet in de reguliere boekhandel maar in een seksshop of via een postorderbedrijf.
Heel lang is onduidelijk geweest wie er schuilging achter het pseudoniem Jan Brandts. Pas in 2016 onthulde Anna Bakkum dat de roman haar geesteskind is. Zij was een van de auteurs die in de jaren vijftig en zestig zogenaamde ‘realistische romans’ schreven voor uitgeverij Orion in Amsterdam. Orion was een van de drie uitgeversnamen die eigenaar Cornelis Johannes Edelman gebruikte. Hij was, volgens Bakkum
‘(…) de baas van het spul, de man die de hele winkel regelde: wát er geschreven moest worden, wie dat zou doen, de titels en eventueel de plot. Alleen met het invullen en uitwerken bemoeide hij zich niet, al greep hij een enkele keer in als hij vond dat het daardoor beter werd.’
Edelman deelde ook de pseudoniemen uit en zorgde voor latere verwarring door hetzelfde pseudoniem, zoals Jan Brandts, aan meerdere auteurs te geven. De verwarring werd in dit geval nog groter omdat al een andere auteur – Anthoon Koejemans, journalist, politicus en later hoofdredacteur van het communistische dagblad De Waarheid – bij een andere uitgever hetzelfde pseudoniem had gebruikt voor Rendez-vous op ’t Tulpplein, een realistische roman uit 1947. Het gevolg was dat tot 2016 Mannen die ‘anders’ zijn abusievelijk aan hem werd toegeschreven.
‘Zeg me hoe het was’
Wat Anna Bakkum schreef, moest volgens haar allemaal in het nette blijven:
‘Het waren verhalen zonder enige pretentie voor een doelgroep die ik niet kende (…) Met wat extra’s, dat wel, maar geen onvertogen woorden, geen sadomasochisme, sodomie of andere aberraties. Gewoon alledaags gedoe en dat dan ook nog netjes gedoseerd aangeleverd. Kopij met teveel van het goede werd teruggestuurd. Orion nam geen risico’s en wie porno verwachtte (…) kreeg geen waar voor zijn geld.’
Wat de lezer wél kreeg in deze roman is een beschrijving van homoseks die voor die tijd vrij uniek is. Als Michel en Charles met elkaar naar bed gaan lezen we:
‘een lust die hij [= Charles] nog nooit eerder zo intens had beleefd; hij was niet anders dan lust en lichaam (…) Ook Michel had nimmer een dergelijke extase gekend (…) Hij had gedacht het hoogste aan genot reeds bereikt te hebben (…) maar nog meer bleek hij opgezweept te kunnen worden… tot zijn lichaam de spanning niet meer verdragen kon en zich ontlaaide in een schier adembenemend gebeuren (…) Charles nam hem teder in zijn armen. “Zeg me hoe het was,” zei hij dwingend. “Het was als nooit eerder,” murmelde Michel. “Beter dan een vrouw zou kunnen? Zeg het me…” “Beter… veel beter…” “Dat komt omdat ik een man ben,” zei Charles.’
Wat de heren precies met elkaar deden, mag de lezer zelf bedenken, misschien had Anna Bakkum ook geen idee. Het zou nog een jaar of tien duren voordat Gerard Reve en andere schrijvers de zaken gewoon bij hun naam gingen noemen.
Maurice van Lieshout
Cover van ‘Mannen die ‘anders’ zijn’ oorspronkelijke realistische roman door Jan Brandts uitgegeven in 1963 door uitgeverij Orion in Amsterdam.
Flyer, waarschijnlijk verspreid in andere romans van Uitgeverij Orion en de twee andere uitgeverijen van Cornelis Edelman.
Bronnen
Bakkum, Anna, ‘De aliassen van Edelman’, De Utrechtse Boekhouder. Tijdschrift voor Utrechts literair erfgoed 6 (2016) nr.1, 13-14.
Boer, Arjan den, en Ton van den Berg, Verdwenen horeca in Utrecht. Gezelligheid tot sluitingstijd (Utrecht 2022) 50-53.
Brandts, Jan [pseudoniem van Anna Bakkum], Mannen die ‘anders’ zijn. Oorspronkelijke realistische roman (Amsterdam 1963).
Hekma, Gert, ‘Dutch gay novels of the 1950s and 1960s’, in: Bradford K. Mudge, The Cambridge Companion to Erotic Literature (Cambridge 2017) 238-254; online: https://gerthekma.nl/docs/dutch-gay-novels-of-the-50s-and-60s.html
Illustraties
Cover van Mannen die ‘anders’ zijn. Oorspronkelijke realistische roman door Jan Brandts uitgegeven in 1963 door uitgeverij Orion in Amsterdam.
Hippies op de stoep bij Drinkwinkel De Tregter, Oudegracht 48, ca 1970. Foto E.D. de Vrije, collectie Het Utrechts Archief
Flyer, waarschijnlijk verspreid in andere romans van Uitgeverij Orion en de twee andere uitgeverijen van Cornelis Edelman.
Cover van Zij kregen niet eens een nummer, geschreven door Robert van Maroey, in 1969 uitgegeven door Uitgeverij De Steenbok in Gent.