Het Utrechtse Homomonument
Direct na de bevrijding verrezen overal in Nederland monumenten die herinnerden aan de oorlog, toegespitst op het verzet tegen de Duitse bezetting. In Utrecht onthulde Prins Bernhard op 4 mei 1949 het Verzetsmonument, aan het Domplein. Op de sokkel stond gebeiteld:
‘Gedenk uw dooden die den goeden strijd / gestreden hebben in gerechtigheid. / Draagt voort hun vlam, zij zijn gebleven, / maar in dien gloed wordt ons nieuw leven’.
‘Den goeden strijd’ was ook gestreden door homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, zoals Do Versteegh (1888-1970) en Ru Parée (1896-1972), Willem Arondéus (1894-1943), Frieda Belinfante (1904-1995) en Karel Pekelharing (1909-1944). Hun namen bleven lange tijd onbekend bij het brede publiek. Dat veranderde pas rond de eeuwwisseling, toen de Nederlandse overheid in het kader van Rechtsherstel voor oorlogsgetroffenen geld gaf voor onderzoek naar homoseksuelen tijdens de bezetting.
Direct na de oorlog was daar nog geen aandacht voor. De Nederlandse samenleving zette de schouders onder de wederopbouw. De vooroorlogse orde werd zoveel mogelijk hersteld, inclusief het stigma op homoseksualiteit. De Duitse verordening 40/81 werd weliswaar afgeschaft, maar artikel 248bis deed weer zijn intrede. Desondanks begonnen homoseksuele mannen en lesbische vrouwen zich na de oorlog te organiseren in het COC. In 1950 kreeg Utrecht een eigen afdeling.
In COC-kringen was het leven en lijden van homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog wel degelijk een thema. In de herfst van 1946 schreef de destijds populaire Nederlandse schrijver Jef Last (1898-1972) in het tijdschrift Levensrecht dat circa 40 procent van de gevangenen in Duitse concentratiekampen homoseksuelen waren geweest. COC-oprichter Niek Engelschman (1913-1988), alias Bob Angelo, kwam in 1949 tot een schatting van 60.000. Vijf jaar na de bevrijding werd het mei-nummer van het COC-tijdschrift Vriendschap geheel opgedragen
‘Aan onze doden, gebrandmerkt met de “lila driehoek” en omgekomen in de martelkampen tussen ’40-’45, wier offer in onze harten onvergetelijk blijve…’.
Vanaf 1960 lanceerden bij het COC betrokken personen verschillende malen het idee voor een homomonument of -gedenksteen, maar die kregen toen nog nergens vervolg. Op 4 mei 1970 probeerde de radicale Amsterdamse Jongeren Aktiegroep Homoseksualiteit wel een krans te leggen bij het Nationaal Monument in Amsterdam. Die actie werd verijdeld door de politie, maar het hek was van de dam.
Roze krans in brand gestoken
Op 4 mei 1978 legden vertegenwoordigers van COC-Utrecht een roze krans bij het Verzetsmonument op het Domplein. ‘Vergeet de duizenden vermoorde homo’s niet’, stond op een van de linten. Die werden door onbekende daders in brand gestoken, een actie die voor COC-Utrecht illustreerde ‘dat de onderdrukking van homofielen niet ophield bij de bevrijding van Nederland van het fascisme in 1945.’
De nieuwe homobeweging riep in de jaren 1970 steeds luider om publieke erkenning van homoseksuele slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. In 1974 eiste de Utrechtse Rob Tielman als secretaris van het landelijke COC dat de nieuwe Wet Uitvoering Vervolgingsslachtoffers (1973) ook zou gelden voor homoseksuelen. Tijdens de oorlog waren er volgens hem vele homoseksuelen vervolgd, maar niemand wist het precies.
Homoseksuelen speelden geen rol in het werk van historicus Lou de Jong, de directeur van het Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) die het 14-delige standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (1969-1994) schreef. In 1974 spoorde Rob Tielman hem aan ruimte te maken voor de vervolging van homoseksuelen. Dat deed De Jong; in deel 8 (1978) stelde hij dat er in Nederland tijdens de oorlog geen sprake was geweest van systematische vervolging van homoseksuelen.
Deze voorstelling van zaken viel niet in goede aarde bij de homobeweging. De roze driehoek, het merkteken voor homoseksuelen in Duitse concentratiekampen, was vanaf circa 1975 uitgegroeid tot een geuzenteken, symbool van verzet tegen een geschiedenis van discriminatie en vervolging. In de strijd voor gelijkberechtiging en emancipatie benadrukten homo-activisten en -historici daarom de enormiteit van de vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Henk van den Boogaard, bijvoorbeeld, publiceerde 2 mei 1979 het artikel ‘De verzwegen holocaust van de homoseksuelen’ in De Groene Amsterdammer. Hij schatte dat 250.000 homo’s in Duitse kampen als Sachsenhausen waren beland, met de dood als gevolg. Daaronder waren volgens hem zeker duizend Nederlanders.
Homomonumenten
Dit soort berichten waren voor de homogroep binnen de Amsterdamse afdeling van de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP, in 1990 opgegaan in GroenLinks) reden om nu serieus werk te maken van een monument, als blijvende herinnering aan en aanklacht tegen de onderdrukking en vervolging van homoseksuelen. In samenwerking met het COC en andere organisaties werd nog in 1979 een Stichting Homomonument opgericht, in 1981 lag er een ontwerp met roze driehoeken, maar het duurde nog jaren voordat de financiën rond waren. Op 5 september 1987 werd ten slotte het Homomonument in gebruik genomen, om de hoek van de Westerkerk aan de Prinsengracht in Amsterdam. In 1993 kreeg ook Den Haag een homomonument.
In 1999 volgde Utrecht. In het Domplein, tegenover het Verzetsmonument, verscheen een gedenkplaat. Dit monument verwijst niet naar de Tweede Wereldoorlog, maar naar de sodomietenvervolgingen van de jaren 1730. Nieuw onderzoek, met name van homostudies-historicus Pieter Koenders, had inmiddels aangetoond dat de vervolging van homoseksuelen tijdens de Duitse bezetting van Nederland minder omvangrijk was geweest dan eerder gedacht. Bovendien was de terdoodveroordeling van Barend Blomsaet en andere ‘sodomieten’ specifieker voor Utrecht.
Jan Vesters
De drijvende kracht achter het Utrechtse ‘sodomonument’ was Jan Vesters (1951-2020), een Brabander die in de jaren 1970 naar de Domstad kwam om antropologie te studeren. Nadien werd hij actief in het federatiebestuur van de PSP, werkte hij als vrijwilliger in collectief eetcafé De Baas, bij het AFKU – Anti Fascisme Komitee Utrecht en het Meldpunt Utrecht tegen Discriminatie. Als gemeenteambtenaar, verantwoordelijk voor sociaal en LHBTI+-beleid, initieerde Vesters in 1997 De Roze Lente en het Midzomergracht-festival, ter bevordering van de zichtbaarheid en acceptatie van homoseksualiteit. Tegelijkertijd stimuleerde hij RozeLinks, de roze groep binnen GroenLinks, een plan voor een homomonument te maken. De gemeenteraad ging snel akkoord; tijdens het Midzomergrachtfestival van 1999 werd de gedenksteen onthuld.
De sodomieten die met de gedenksteen worden herinnerd waren mannen, maar de tekst verwijst ook naar homoseksuele vrouwen. In 1999 vond Theo Sandfort, voorzitter van de universitaire werkgroep Homostudies aan de Universiteit Utrecht, dat wel te begrijpen vanuit emancipatorisch oogpunt, maar problematisch vanuit historisch perspectief. De vervolgingen en veroordelingen van de vervolging in 1730 troffen namelijk geen vrouwen. Erna Kotkamp, destijds bestuurslid van COC-Utrecht, wilde echter voorkomen dat de rol van vrouwen in de homo-emancipatie werd ontkend.
De gedenksteen is niet altijd op waarde geschat. Passanten merken het monument vaak niet op. In december 2012 signaleerde GroenLinks-raadslid Pepijn Zwanenburg zelfs dat de stedelijke kerstboom bovenop het monument was geplaatst. De laatste jaren is het homomonument echter uitgegroeid tot een plaats van betekenis voor de Utrechtse LHBTI+-gemeenschap.
Herdenken
In juni 2016, na de aanslag op een homoclub in Orlando, Florida, organiseerde COC-Utrecht een herdenking bij de gedenksteen op het Domplein. In januari 2019 was er de manifestatie ‘Love Shine a Light’. Daarmee protesteerde COC Midden-Nederland tegen de Nashville-verklaring, een trans- en homofobe verklaring over geloof, huwelijk en seksualiteit van behoudende christenen uit de Verenigde Staten die toen net in het Nederlands was vertaald. Jan van Zanen, toenmalig burgemeester van Utrecht, stelde in zijn speech dat ‘we niemand uitsluiten en iedereen er bijhoort in deze stad’. Om die boodschap te onderstrepen, kondigde wethouder Linda Voortman in juni 2021 aan extra aandacht te zullen geven aan de gedenksteen en de geschiedenis waarnaar die verwijst.
Marijke Huisman
Literatuur
Thijs Bartels, Dansen op het Homomonument (Amsterdam: Schorer Boeken, 2003)
‘COC herdenkt aanslag Orlando’, AD/Utrechts Nieuwsblad, 15 juni 2016.
‘Extra aandacht homomonument’, De Telegraaf, 10 juni 2021.
‘Gevallenen herdacht’, Utrechts Nieuwsblad, 5 mei 1978.
‘Homo’s opnieuw verbrand’, Stadskrant, 12 mei 1978.
‘In Memoriam Jan Vesters’, https://rozelinks.groenlinks.nl/nieuws/memoriam-jan-vesters
‘Kerstboom zomaar op homomonument’, AD/Utrechts Nieuwsblad, 10 december 2012.
Pieter Koenders, Het homomonument (Amsterdam: Stichting Homomonument, 1987)
‘Liefdevol COC-protest’, AD/Utrechts Nieuwsblad, 10 januari 2019.
Klaus Müller en Judith Schuyf (red.), Het begint met nee zeggen: biografieën rond verzet en homoseksualiteit 1940-1945 (Amsterdam 2006)
Dana Ploeger, ‘Jan Vesters bracht de Roze Lente naar Utrecht’, Trouw, 24 augustus 2020.
Philip van de Poel, ‘Utrechtse homo’s en lesbo’s kibbelen over roze monument’, de Volkskrant, 15 juni 1999.
‘PvdA pleit voor meer zichtbaarheid homomonument op het Domplein’, 17 mei 2021, https://utrecht.pvda.nl/nieuws/pvda-pleit-voor-meer-zichtbaarheid-homomonument-op-het-domplein/
Ilse Raaijmakers, De stilte en de storm 4 en 5 mei sinds 1945 (Amsterdam University Press, 2017)
Ard Schouten, ‘Liefdevol antwoord op Nashville’, AD/Utrechts Nieuwsblad, 15 januari 2019.
Judith Schuyf, Levenslang. Tiemon Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier (Amsterdam: Schorer Boeken, 2003)
Rudi Wester, Bestaat er een raarder leven dan het mijne? Jef Last, 1898-1972 (Amsterdam: Prometheus 2021)
Illustraties
Verzetsmonument met daarvoor gedenksteen, 2014. Fotograaf: Oseveno, Wikimedia Commons, https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/a/ae/Homomonument_Utrecht._Image_01.jpg/657px-Homomonument_Utrecht._Image_01.jpg?20141102213349
Omslag COC-tijdschrift Vrienschap, mei 1950. https://ihlia.nl/voor-lhbtiers-eindigde-de-oorlog-niet-op-5-mei-1945/
Aanleg gedenksteen, 1999. Flickr the Commons, http://www.geschiedenisbeleven.nl/homovervolgingen-in-de-republiek-van-de-18e-eeuw/12-05-147-homovervolgingen-republiek-steen/
Burgemeester Jan van Zanen bij de herdenking voor de slachtoffers van Orlando, 2016. Bron: https://www.nieuws030.nl/nieuws/bloemen-en-kaarsen-op-het-homomonument/