Je bent hier: Canon » Verhalen » Lesbisch Archief Utrecht

Lesbisch geheugen

 

In de jaren tachtig ontstond binnen de lesbische gemeenschap een sterk enthousiasme om de geschiedenis van vrouwenliefde te onderzoeken, te bewaren en door te vertellen en een begin te maken met het permanent vastleggen van wie lesbiennes op dat moment waren en wat ze deden. Uit deze ideeën werd in 1982 het Lesbisch archief Utrecht geboren.

 

Lesbiennes in de vrouwen- en homogeschiedenis

Sinds 1935 bestaat er in Nederland een speciaal archief voor vrouwengeschiedenis, opgezet door feministen om de herinneringen aan diegenen die uit de mannengeschiedenis zijn weggesneden te herstellen. Het Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV) bewaarde documenten en publicaties van alle vrouwen, ook lesbiennes, maar er was geen specifieke aandacht voor het behoud van het unieke lesbische bestaan.

Vanaf de jaren 70 groeide de aandacht voor speciale archieven voor groepen die systematisch uit de geschiedenis waren geschreven, zoals mensen van kleur en homoseksuelen, en dat leverde nieuwe resultaten op.

In 1978 begonnen academische initiatieven voor de studie van homoseksualiteit aan de universiteiten van Amsterdam en Utrecht [link venster homostudies] wat resulteerde in werkgroepen homo- en lesbische studies, het tijdschrift Homologie en het documentatiecentrum Homodok. Het Homodok verzamelde niet alleen de resultaten van academisch onderzoek, maar ook allerlei publicaties en objecten die van belang waren voor de homogemeenschap, zoals literatuur, scripties, affiches, krantenknipsels en privéarchieven.

 

Lesbian Herstory

Een artikel in LOVER uit 1981 van de lesbische feministe Maaike Meijer inspireerde Nederlandse lesbiennes tot het bewaren van haar geschiedenis. Meijer had het Lesbian Herstory Archive in New York bezocht, de belangrijkste verzameling objecten en publicaties met betrekking tot de lesbische geschiedenis. Met het Amerikaanse archief als voorbeeld wilde ze ook in Nederland de oprichting van lesbische archieven stimuleren.

Het artikel deed veel stof opwaaien en liet zien dat Meijer niet de enige was die zich realiseerde hoe zowel in het IAV-archief als in de Homodok-collecties aandacht ontbrak voor het lesbische bestaan en de ervaringen door de geschiedenis heen. Twee vrouwen uit Leeuwarden, Henny Smid en Majo Georgie, waren namelijk al in 1976 begonnen met het particulier verzamelen van materiaal over de lesbische geschiedenis. Hun collectie was opgeslagen in hun huis en werd nog niet openbaar gemaakt, maar de geest van hun verzameling toonde een diepe behoefte aan erkenning van de lesbische geschiedenis.

Lezers waren enthousiast over het voorstel van Meijer. Op de pagina’s van lesbische en homobladen vond een rijke uitwisseling van meningen plaats tussen de belangrijkste onderzoekers op het gebied van vrouwen- en homostudies. In 1982-83 kwamen vrouwen uit verschillende steden bij elkaar om het hoe en waar van Nederlandse lesbische archieven te bespreken. Vanuit deze bijeenkomst werd besloten dat er een constellatie van regionale archieven moest komen, om de toegang van vrouwen in het hele land te vergemakkelijken. De archieven van Amsterdam, Nijmegen, Den Bosch en Utrecht werden opgezet, het archief in Leeuwarden maakte stappen om toegankelijk te worden voor het publiek.

Er werd gediscussieerd over vragen als: Wat moet een lesbisch archief verzamelen? Wat moeten we verstaan onder ‘lesbisch bestaan’? De antwoorden daarop liepen uiteen waardoor er archieven met verschillende soorten verzamelingen ontstonden.

 

Het Utrechts Lesbisch Archief

Na maanden van voorbereidingen, discussies en financieringsaanvragen werd in juli 1982 een stichting opgericht. Het Utrechts Lesbisch Archief (ULA, soms ook Lesbisch Archief Utrecht) richtte zich op alles wat voor lesbiennes belangrijk was en is geweest, inclusief boeken geschreven door lesbische auteurs met een ‘hetero onderwerp’ of boeken geschreven door mannen die historisch belangrijk waren voor lesbiennes. Het accent werd gelegd op seksuele theorie en in tweede instantie op fictie en poëzie. Het materiaal omvatte geschreven documenten, audio-video-opnamen van lezingen, seminars, voordrachten en presentaties en fotoreportages van theatervoorstellingen, evenementen en demonstraties.

Het archief werd eerst bij iemand thuis ondergebracht en kreeg vervolgens een ruimer onderkomen in het Vrouwenhuis aan de Twijnstraat, een drukbezocht activiteitencentrum voor vrouwenorganisaties. Het archief werd gerund door vrijwilligers en was voor zijn bestaan afhankelijk van subsidies van de gemeente, de provincie en giften van de ‘vriendinnen’ van het archief. Naast het verzamelen en beschikbaar stellen van materiaal voor raadpleging, organiseerde het ULA evenementen en nam het deel aan bijeenkomsten van het Landelijk Overleg Lesbische Archieven (LOLA).

Het verzamelen van materiaal gebeurde op verschillende manieren: door onderzoek van de vrijwilligers in antiquariaten, archieven en boekhandels; via donaties van de vriendinnen van het archief en via specifieke oproepen op kranten.

Tussen 1984 en 1986 gaf het ULA een nieuwsbrief uit, En Toen voornamelijk gericht op de vriendinnen van het archief. Die vonden er beschrijvingen van aanwinsten, boekbesprekingen en beschrijvingen van de complicaties van het ontvangen van subsidies van de overheid.

De locatie van het archief bleef een zwak punt gedurende het hele bestaan ervan. De ruimte in het Vrouwenhuis was weliswaar toegankelijk, maar niet ideaal. Het collectief bleef hopen een onafhankelijke ruimte te vinden die aan de behoeften van het archief en zijn gebruikers voldeed, met de droom om een activiteitencentrum voor lesbiennes te beginnen.

In de loop der jaren werd het krijgen van subsidies van gemeente en provincie steeds ingewikkelder. In 1983 besloot de gemeente Utrecht om de financiering van de ULA als stichting stop te zetten en alleen toe te staan zich aan te melden voor specifieke activiteiten.

In 1984 werden de al door de provincie toegekende subsidie stopgezet na acties van de Provinciale Staten die het emancipatiegehalte van een lesbisch archief niet erkenden. In beide gevallen zette het archief protesten op tegen de beslissingen van de overheid, maar met weinig resultaat op de lange termijn. Het chronische gebrek aan financiële middelen bleef tot het einde een van de grootste problemen voor het archief.

In 1987 lukte het het archief niet meer om vrijwilligers aan te trekken. Na overleg met andere lesbische archieven werd besloten om de ULA een tijdje als ‘slapend archief’ te behouden, totdat nieuwe medewerksters besloten zich bij het team aan te sluiten. Het materiaal bleef bewaard maar er waren geen activiteiten.

In 1990 besloot het collectief het Lesbische Archief Utrecht te sluiten. Het materiaal werd geschonken aan het Lesbisch Archief Amsterdam, dat uiteindelijk fuseerde met Homodok en opging in wat nu IHLIA LGBTI HERITAGE is.

 

Gianna Mula

 

 

Literatuur

 

Mieke Aerts en Saskia Grotenhuis, ‘De een is gelukkig de ander niet: over roddel, geschiedenis en andere metaforen’, LOVER, 9 (1982) 3, 99-103.

Joke Auk Dijkstra, ‘Utrechts Lesbisch Archief opgeheven: “Bestaansrecht is er zeker’’ ‘, Nieuwsbrief Lesbisch Archief Amsterdam (1990) 14, 14-16.

Wilma de Hoog, Utrechtse Roze Routes (Nijmegen 1997).

Noah Littel, tentoonstelling catalogus, Het Archief in Ontwikkeling, 22 februari – 01 mei 2021, IHLIA LGBTI Heritage en Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam.

Maaike Meijer, ‘De roddel van de een is de geschiedenis van de ander’, LOVER 8 (1981) 4, 172-177.

NvdP, ‘Lesbische archieven Nederland’, LOVER 12 (1985) 4, 226-228

Annette van ‘t Sant, ‘Lesbische archieven: hebben is hebben, houden is de kunst’, Sek 15 (1985) 3, 8-9.

Judith Schuyf , ‘Het eekhoorntjeskompleks : lesbische archieven in Nederland’,  Homologie 5 (1983) 1, 4-5.

En Toen, Uitgave van Utrechts Lesbisch Archief, 1 (1984) 1.

Tineke Zwijgers, ‘Lesbische vrouwen hebben recht op hun eigen geschiedenis, Pension Parkzicht : maandblad van COC, afdeling Utrecht 2, 1983, 1-4

 

Illustraties

 

En toen… Nieuwsbrief Utrechts Lesbisch Archief, affiche 1982 (collectie Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis)

Affiche voor Benefietfeest Utrechts Lesbisch Archief 1982 (collectie Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis)

Voorpagina van tijdschrift Pension Parkzicht, met artikel over het Utrechts Lesbisch archief, februari 1983. (collectie Het Utrechts Archief)

‘Het Utrechts Lesbisch Archief zoekt’, oproep voor nieuwe medewerksters, 1986 (collectie Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis)

Gezicht op de voorgevel van het pand Twijnstraat 69, het Vrouwenhuis, te Utrecht, 1987. (collectie Fotodienst GAU, fotograaf, Het Utrechts Archief)

 

Laatste update van dit verhaal: 05.12.2022