1950

Gloria Wekker

Je bent hier: Oók zo » 1950 Gloria Wekker

Kruispuntdenker

 

Op vrijdag 19 april 2002 hield Gloria Wekker haar oratie in een stampvolle Nicolaaskerk. Met die rede aanvaardde zij het ambt van hoogleraar Gender en Etniciteit. Wekker was de tweede Surinaams-Nederlandse vrouw die hoogleraar werd aan de Universiteit Utrecht. Zij zette het intersectioneel of ‘kruispunt’-denken op de kaart in Nederland.

Gloria Wekker kwam op 13 juni 1950 ter wereld in Paramaribo in een katholieke familie, als vijfde van zes kinderen van Esseline Fredison en Desi Wekker. Vader Wekker werkte bij de politie als hoofd recherche en had vanwege zijn functie recht op zes maanden verlof in Nederland. Hij noch zijn vrouw was eerder in het ‘moederland’ geweest, maar Desi wilde rechten studeren en dat kon niet in Suriname. In 1951 kwam het gezin Wekker naar Nederland, om nooit meer terug te gaan. Na zijn studie werd Desi Wekker directeur van een regionaal GAK (Gemeenschappelijk Administratiekantoor), een voorloper van het huidige UWV.

Gloria Wekker groeide op in Amsterdam en, vanaf haar negende, in Nijmegen. De Surinaams-Nederlandse familie was katholiek en paste qua religie dus goed in de omgeving, maar viel vanwege hun kleur toch op. Thuis werd er nooit  expliciet over ras gesproken, maar Gloria’s ouders prentten hun kinderen wel in dat ze mooi en slim waren. Toen alle kinderen aan het einde van de lagere school het advies Lagere Technische School (de jongens) of Huishoudschool (de meisjes) kregen, tekende vader Wekker protest aan. Gloria ging naar het gymnasium.

 

Sister Outsider

In 1968 trok Gloria met een beurs naar de Verenigde Staten om de laatste klas van een high school te doen. Ze woonde bij een witte familie in Normal, Illinois, maar had voor het eerst van haar leven een zwarte vriendin. In het voorjaar van 1969 gingen de twee naar een lezing van dominee en burgerrechtenactivist Jesse Jackson. ‘Dat heeft mijn leven veranderd’, zei Gloria Wekker in 2016: ‘Er stonden Black Panthers, vooraan in de aula, en die zeiden: “Zwarte mensen moeten vooraan zitten, witte mensen achteraan.” Omdat Linda naar voren ging, heel vanzelfsprekend, ben ik met haar mee gelopen. Op dat moment had ik zelf echter volstrekt geen idee van wat ik was.’

Terug in Nederland begon Gloria aan een rechtenstudie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De studie beviel haar niet, maar aan de universiteit maakte ze wel kennis met de antikoloniale beweging. Ze koos voor culturele antropologie en verhuisde naar Amsterdam. Daar werd ze actief in de overwegend witte vrouwen- en lesbische beweging. Samen met Tania Leon, Tineke Sumter en José Maas begon ze Sister Outsider (1983-1987), een literair georiënteerde groep van en voor zwarte lesbische vrouwen. De groepsnaam was ontleend aan een boek van Audre Lorde, een Afrikaans-Amerikaans-Caraïbische schrijver en denker. Zij wilde zich niet laten reduceren tot ‘vrouw’, ‘lesbisch’ of ‘zwart’, maar vroeg aandacht voor de complexiteit van identiteiten.

Lorde was een pionier van het intersectioneel of ‘kruispuntdenken’. Dat verzet zich tegen al te simpele benaderingen van mensen en maatschappelijke problemen, zoals discriminatie. Kruispuntonderzoekers kijken holistisch en proberen problemen aan te pakken door te analyseren hoe allerlei soorten verschillen tegelijkertijd op elkaar inwerken: ras, sekse, seksualiteit, religie, enzovoort. Die factoren lopen in het ‘echte’ leven van mensen immers ook door elkaar. In Nederland heeft Gloria Wekker een belangrijke rol gespeeld om intersectionaliteit een plaats te geven in politiek en wetenschap.

 

Maticultuur

Na een aantal jaren als ambtenaar te hebben gewerkt, vertrok Gloria met een Fullbright beurs opnieuw naar de Verenigde Staten. Aan de University of California at Los Angeles (UCLA) deed ze van 1987 tot 1992 promotieonderzoek naar erotische relaties tussen volksvrouwen in Paramaribo.

De vrouwen met wie Wekker tijdens haar veldonderzoek optrok, hadden voor, na of tijdens hun relaties met seksegenoten ook seks met mannen. Zij noemden zichzelf niet lesbisch, maar gebruikten het woord ‘mati’. De zwarte ‘maticultuur’ kenmerkt zich volgens Wekker dan ook door een andere benadering van seksualiteit dan het Westen: je seksuele voorkeuren en handelingen zijn een activiteit, ze definiëren niet je identiteit.

Rond de millenniumwisseling, toen Wekker vervolgonderzoek deed, bleek dat jonge vrouwen in Paramaribo zich wel als lesbisch identificeerden. Daar stond Gloria ambivalent tegenover, getuige een interview uit 2001: ‘Gay zijn is een succesvol westers exportartikel. Ik weet niet of je daar zo blij mee moet zijn. In het westen is alles in hokjes ingedeeld, hetero of homo, wit of zwart, het zogenaamde polariteitsdenken, waarbij het een beter is dan het andere, of zoals [de Afro-Amerikaanse academica] bell hooks schreef: het een de norm en het andere de afwijking.’

Gloria Wekker heeft zich zelden ‘lesbisch’ genoemd. Samen met Mariette Hermans schreef ze wel een hoofdstuk over zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen voor de Lesbo-encylopedie (2009) en daarin benadrukten ze juist de variatie van lesbisch-zijn, voorbij de ‘dominante westerse vorm’: ‘Je hoeft niet wit te zijn om lesbisch te zijn, je hoeft je niet lesbisch te noemen om van vrouwen te houden, je hoeft jezelf geen onveranderlijke identiteit aan te meten, en van de vrouwenliefde kun je ook genieten als je je ouders daar niets over vertelt.’

 

Caleidoscopische visies

Na haar promotie keerde Gloria Wekker terug naar Nederland. Ze forenste vanaf haar woning in Amsterdam-Zuidoost naar de Domstad, waar ze vanaf 1994 was verbonden aan de toenmalige Leerstoelgroep Vrouwenstudies (nu: Genderstudies) van de Universiteit Utrecht. In 1999 werd ze tevens directeur van het Expertisecentrum GEM – Gender, Etniciteit en Multiculturaliteit in het (hoger) onderwijs.

Het GEM werkte onder andere aan onderzoek naar universitaire curricula en lesboeken, met het doel meer diversiteit in het onderwijs te krijgen. Dat gold evengoed voor lesmateriaal van emancipatoire studies. Zo was er in studieboeken over de geschiedenis van feminisme weinig tot geen aandacht voor de bewegingen van vrouwen van kleur. Gloria Wekker en collega’s maakten daarom het boek Caleidoscopische visies. De zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging in Nederland (2001). Dat werd op 10 maart 2001 gepresenteerd in de Utrechtse boekwinkel Savannah Bay.

 

Witte onschuld

In september 2001 werd Gloria Wekker benoemd tot buitengewoon hoogleraar Gender en Etniciteit aan de Universiteit Utrecht. ‘Buitengewoon’ betekent dat de leerstoel mogelijk is gemaakt door een maatschappelijke partner, in dit geval het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV, nu: Atria. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis). Op 19 april 2002 hield Wekker haar oratie: Nesten bouwen op een winderige plek. Denken over gender en etniciteit in Nederland. De titel was ontleend aan een gedicht van Audre Lorde.

In lijn met haar heldin brak Wekker andermaal een lans voor kruispuntdenken. Ze betoogde hoe een eenzijdige focus op gender respectievelijk etniciteit in Vrouwenstudies en Etnische Studies leidt tot blinde vlekken die in het nadeel werken van mensen die niet tot de impliciete norm behoren. Zij riep daarom ook op tot meer expliciete reflectie op witheid.

Dat deed Wekker in ieder geval zelf. In 2012 ging ze weliswaar met emeritaat (pensioen), maar ze werkte door aan een nieuw boek. Voor White Innocence: Paradoxes of Colonialism and Race (2016) dook ze in het ‘culturele archief’ van Nederland. Ze vond en problematiseerde sporen van kolonialisme en racisme in allerlei facetten van de Nederlandse samenleving in heden en verleden, inclusief de homo-emancipatiebeweging en het LHBTI-beleid.

Het boek leverde Wekker veel haat en kritiek op. Zo kreeg ze het verwijt subjectief en ‘onwetenschappelijk’ te zijn, omdat ze in haar argumentatie gebruik maakte van persoonlijke ervaringen. Maar er was ook lof. In 2017 kreeg ze van het Ministerie van OCW de Joke Smit oeuvreprijs, voor haar bijdrage aan de emancipatie van zwarte vrouwen. Zelf is ze niet onverdeeld positief over de integratie van intersectionaliteit in haar discipline, Vrouwen- en Genderstudies. Desondanks inspireert haar werk queers of colour en vele kruispuntdenkers – binnen en buiten de universiteiten in Nederland en elders.

 

Marijke Huisman

 

Bronnen

 

Greetje Bijl, ‘Vaderlandse geschiedenis creëert ‘witte onschuld’. Genderview Gloria Wekker’, Historica 46:1 (2023) 22-26.

Maayke Botman, Nancy Jouwe, Gloria Wekker (red.), Caleidoscopische visies. De zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwenbeweging in Nederland (Amsterdam: KIT Pubishers, 2001). Online beschikbaar via: https://collectie.atria.nl/bibliotheek/item/146299-caleidoscopische-visies

Fiep van Bodegeom en Thijs Kleinpaste, ‘Seize the moment. Gloria Wekkers pleidooi voor bondgenootschap’, De Groene Amsterdammer, 14 juli 2016.

Gianmaria Colpani en Wigbertson Julian Isenia, ‘Strange Fruits. Queer of Color Intellectual Labor in the Netherlands in the 1980s and 1990s’ in: Sandra Ponzanesi & Adriano José Habed (eds.), Postcolonial intellectuals in Europe: critics, artists, movements and their publics (London: Rowman & Littlefield International Ltd, 2018) 213-230.

Cassandra Ellerbe-Dueck & Gloria Wekker, ‘Naming ourselves as Black Women in Europe. An African American-German and Afro-Dutch Conversation’ in: Stella Bolaki & Sabine Broeck (eds.), Audre Lorde’s Transnational Legacies (Amherst/Boston: University of Massachusetts Press, 2015) 55-73.

Chandra Frank, ‘Sister Outsider & Audre Lorde’, With Pride, https://withpride.ihlia.nl/story/sister-outsider-audre-lorde/

Mariette Hermans en Gloria Wekker, ‘ZMV-vrouwen. Aïsha is cool, Black Orchid en Kroesje’ in: Mirjam Hemker en Linda Huijsmans (red.), Lesbo-encyclopedie (Amsterdam 2009) 231-244.

Anke Manschot, “Nederland is een stuk leuker geworden.’ Hoogleraar Gloria Wekker wil de zonkanten van migratie aantonen’, Opzij, 1 november 2001.

Gloria Wekker, Ik ben een gouden munt. Subjectiviteit en seksualiteit van Creoolse volksklasse vrouwen in Paramaribo (Amsterdam: Vita, 1994). 

Gloria Wekker, Nesten bouwen op een winderige plek. Denken over gender en etniciteit in Nederland (Universiteit Utrecht, 2002)

Gloria Wekker, White Innoncence: Paradoxes of Colonialism and Race (Durham: Duke University Press, 2016); Witte onschuld. Paradoxen van kolonialisme en ras (Amsterdam University Press, 2018).

Gloria Wekker, ‘How Families Navigate Empire’ in: Nancy Jouwe (ed.), Gendered Empire. Intersectional perspectives on Dutch post/colonial narratives: Yearbook of Women’s History 39 (2020) 127-132. 

 

Illustraties

 

Gloria Wekker bij haar oratie, 2002. Foto: Mieke Schlaman. Bron: https://atria.nl/haargeschiedenis/leren-en-scholing/buitengewoon-hoogleraar-gender-en-etniciteit/

Sister Outsider, 1984. Van links naar rechts: José Maas, Tania Leon, Gloria Wekker, Tieneke Sumter. Foto: Robertine Romeny. Collectie IAV-Atria, Amsterdam. https://atria.nl/haargeschiedenis/liefde-seksualiteit/sister-outsider/

In 2006 publiceerde Gloria Wekker een uitgebreide versie van haar proefschrift over mati-werk. De American Anthropological Association bekroonde The Politics of Passion met de Ruth Benedict Prize (2007). Foto: ILHIA

Een feministische klassieker: Caleidoscopische visies (2001). Foto: Atria, https://collectie.atria.nl/bibliotheek/item/146299-caleidoscopische-visies

Gloria Wekker tijdens een eerbetoon aan Audre Lorde in De Balie (Amsterdam), 6 maart 2016. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Gloria_Wekker#/media/Bestand:GloriaWekker2016.jpg)

Omslag van Gloria Wekkers veelbesproken boek Witte onschuld (2018). Bron: Bol.com, https://media.s-bol.com/BrnDKr685PrX/766×1200.jpg

Op 11 december 2017 kreeg Gloria Wekker de Joke Smit oeuvreprijs van Ingrid van Engelshoven (rechts op de foto), minister van OCW. Juryvoorzitter was journalist-presenatator Eva Jinek (links). Bron: https://jokesmit.info/2017/12/13/gloria-wekker-krijgt-joke-smit-oeuvreprijs-2017/

 

Laatste update van dit venster: 20.04.2023